Zelf parfum maken, een meisjesdroom. Vanavond fietste ik met mijn dochter langs bloeiende rozenbottelstruiken vol knalroze en witte bloemen.
'Kom, even ruiken' zei ik en we stapten af.
Ik werd weer even het meisje van vroeger. Rozenbottelblaadjes in een jampotje met water, in de hoop, nee vaste overtuiging dat het parfum zou worden. Dagen stond het in de vensterbank. Het werd vies, bruin, water en een desillusie. Maar de magie bleef... zelf parfum maken!
Als ik iets wil meenemen uit mijn eigen opvoeding, dan is het wel de verwondering voor de natuur. En die verwondering, die wil ik mijn kinderen ook meegeven. Niet de desillusie, maar wel de magie.
Mijn moeder had het boekje 'Een handvol natuur' (-Susanne Stöcklin-Meier) in de kast staan. Ik kreeg het van haar bij de geboorte van mijn oudste.
Het 'recept' voor parfum is simpel:
* pluk bloemen (pioenrozen, aan het eind van hun bloei, of elke andere geurende bloem)
* doe de losse blaadjes in een jampotje
* giet er wat water op
* stamp met een stokje de blaadjes fijn, zodat het water kleurt.
* zeef de blaadjes er uit en bewaar het water (ahaa, nu snap ik het: dat heb ik vroeger niet gedaan!)
* maximaal 2 dagen bewaren (... en ik maar wachten tot het ging geuren) anders bederft het
"Attentie: de sappen kunnen niet gedronken worden!" staat er nog bij!
Dus wij vanavond aan de slag. Plukken, stampen, schudden, zeven.
En nu staat het potje in de keuken, op de vensterbank. Of het lukt is de vraag. Maar wat is 'gelukt?' Ook hier geldt: het gaat niet om het resultaat maar om het proces. Samen parfum maken, gewoon geluk.
Morgen ruiken we of het al parfum is.